Het recept doet Aziatisch aan, maar het is gewoon witlof met gekookte aardappelen en een lekker stukje vlees. Je kunt het natuurlijk wel eten met bijvoorbeeld varkensvlees in ketjapsaus en witte rijst. Dat doen wij vandaag niet.

Een lekker klein recept

Witlof is een heel gemakkelijk te verwerken groente en laat zich behalve koken en rauw eten ook graag wokken. Hier is een lekker klein recept.

Dit heb je nodig

1-1,5 stronk witlof per persoon
2 eetlepels wokolie
1 eetlepel sojasaus
2 eetlepels gembersiroop
zout en zwarte peper uit de molen

De tekst gaat onder de foto verder.

Daar gaan we

* Snij een klein stukje van de onderkant van de witlof af en snij de witlof in de lengte in vieren.
* Verhit de olie in de wok of hapjespan en bak de witlof op niet al te hoog vuur. Als je de pan kunt optillen om de groente om te schudden, doe dat dan. Zo blijven de stronkjes langer bij elkaar. Heb je een pan die bijna niet te tillen is, dan roer je de groente gewoon voorzichtig om.
* Bak de witlof tot het gaat karamelliseren. Als het bruinen goed begint, loop er dan niet bij weg, want het kan snel verbranden.
* Blus af met een eetlepel sojasaus, roer door en laat weer heet worden.
* Doe er de twee eetlepels gembersiroop bij en laat op hoog vuur nu even goed heet worden.
* Breng op smaak met zout en zwarte peper uit de molen en strooi er tenslotte eventueel een beetje gedroogde peterselie over.

En dat is het! Deze witlof met een Aziatische twist aten wij met Hollandse gekookte aardappels en een gebakken tartaartje.