In mei het weer zover: het Eurovisie Songfestival! De 67ste editie van het EK Zingen vindt plaats in het Britse Liverpool. Eigenlijk had Oekraïne het festival moeten huisvesten, maar dat bleek door de voortdurende oorlog geen optie. Het Verenigd Koninkrijk, dat na een lange periode van malaise dit jaar ineens als tweede eindigt, mag daarom voor het eerst in 25 jaar het songfestival organiseren. De komende maanden zullen de diverse deelnemende hun inzendingen presenteren. Wij laten ze hier stuk voor stuk de revue laten passeren en vinden er wat van.

Door Jeroen Bootsman – Servië kent een bijzondere geschiedenis op het songfestival. Toen het in 2007 als onafhankelijk land debuteerde, eiste zangeres Marija Serivofic met haar doorleefde vertolking van Molitva direct de overwinning op. Daarvoor had Servië twee keer samen met Montenegro meegedaan en daarvoor 27 keer als onderdeel van het voormalige Joegoslavië. Sindsdien zaten er nog vier toptiennoteringen in, maar het land eindigt nu toch voornamelijk in de middenmoot. Daar staat tegenover dat het de finale slechts drie keer miste (de laatste keer alweer zes jaar geleden) en dat zangeres Konstrakta met haar performance art act vorig jaar mooi vijfde werd.

De tekst gaat hieronder verder.

Servië

Luke Black – Samo mi se spava

Klinische electropop, die bij vlagen doet denken aan het jarenzeventiggeluid van Tubeway Army en klinkt als de soundtrack van een futuristische actiethriller. Tja, deze Luke Black (artiestennaam van Luka Ivanovic, maar black past beter bij zijn voorkomen op het podium) moet wat, want zijn stem imponeert niet bepaald. Een gelikte bühneact en het nodige muzikaal bombasme zullen deze bijdrage waarschijnlijk wel naar de finale loodsen, maar dat zou waarschijnlijk ook wel zonder de gotische presence van de wat prevelend klinkende zanger zijn gelukt. Zal het uiteindelijk ongetwijfeld afleggen tegen Finland – na Zweden tweede bij de bookmakers – dat muzikaal uit hetzelfde vaatje tapt.