In mei het weer zover: het Eurovisie Songfestival! De 67ste editie van het EK Zingen vindt plaats in het Britse Liverpool. Eigenlijk had Oekraïne het festival moeten huisvesten, maar dat bleek door de voortdurende oorlog geen optie. Het Verenigd Koninkrijk, dat na een lange periode van malaise dit jaar ineens als tweede eindigt, mag daarom voor het eerst in 25 jaar het songfestival organiseren. De komende maanden zullen de diverse deelnemende hun inzendingen presenteren. Wij laten ze hier stuk voor stuk de revue laten passeren en vinden er wat van.

Door Jeroen Bootsman - Een debuterend land kan meteen verpletterend toeslaan op het Eurovisie Songfestival. Klassiek voorbeeld is Polen, dat in 1993 voor de eerste keer meedeed en direct de tweede plaats opeiste. Portugal viel het andere uiterste ten deel. Het land was er in 1964 voor het eerst bij en eindigde prompt op een (gedeelde) laatste plaats. Om het drama compleet te maken, had geen enkele jury ook maar één puntje over voor zanger António Calvário. Het verging de Portugezen de jaren daarna niet veel beter. Pas in 1971 was er een eerste toptiennotering. Er zouden er tot dusver nog negen volgen, maar in de buurt van de winst kwam het land nooit. Met de invoering van de halve finales in 2004 ging van het kwaad tot erger. Portugal werd daarin tot dusver maar liefst negen keer uitgeschakeld, waarvan zelfs tot twee keer toe vier jaar achter elkaar. Maar er zouden betere tijden komen.

Zangeres Lúcia Moniz behaalde in 1996 het beste resultaat ooit voor Portugal. Haar prestatie bleef ruim twintig jaar ongeëvenaard. Tot dat in 2017 een zekere Salvador Sobral met zijn ingetogen, in het Portugees gezongen ballade Amar pelos dois en ietwat excentrieke voorkomen gans Europa inpakte en met het meeste aantal punten ooit het zangfestijn wist te winnen. Portugal wist dit succes tot noch toe niet vast te houden. In 2018 zat er voor het gastland niet meer in dan een allerlaatste plaats. En een jaar later bleef de finale helemaal buiten bereik. In 2021 wist de band Black Mamba met het aansprekende Love is on my side op de twaalfde plaats te eindigen. Portugal zong daarmee voor de allereerste keer niet in het Portugees. Het legde de formatie geen windeieren, want er volgde een leuke carrière in Europa. Vorig jaar wist zangeres Maro met een negende plaats Portugal toch weer bij de eerste tien te doen eindigen.

De tekst gaat hieronder verder.

Portugal

Mimicat – Ai coracao

Wat te prijzen valt aan Portugal is dat het land zich praktisch elk jaar inspant om een bijdrage te leveren die de traditionele muziekcultuur representeert. En dat is toch de ‘core business’ van het Eurovisie Songfestival, dat de laatste jaren soms iets te veel bevolkt wordt door middelmatige popdeuntjes van het genre dertien in een dozijn en opzichtige, dus ondermaatse kopieën van muziekacts die het goed doen. Tien tegen één dat er zich onder de deelnemers klonen van het kaliber Beyonce of Harry Styles bevinden.

Daarentegen weet Portugal zich te onderscheiden met bijzondere, vaak boven het maaiveld uitstekende liedjes, die niet altijd de waardering toekomen die ze verdienen. Ook zangeres Mimicat komt met een onderscheidend liedje met fadoëske invloeden, maar toch is dit het nét niet. Het liedje kabbelt iets te veel voort en pas als Mimicat op het einde vocaal uithaalt lijkt er wat te gebeuren, maar dan zijn de drie minuten voorbij. Portugal is er het land niet naar om qua act breed uit te pakken op het podium. Misschien beter om dat dit jaar wél te doen, anders zou Portugal zomaar gediskwalificeerd kunnen worden in de eerste halve finale.