Dat is vast het nieuwsgierige aagje van de binnenstad
Wat vooraf ging
Het is 1928 en aan de Dordtse Merwekade is een moord gepleegd. Winkelier Willem Verschoor kreeg het nieuws uit de eerste hand van lorrenboer Stoffel, die het lichaam van de 27-jarige Alida de Jong vond.
Hoofdschuddend keek Gerda naar juffrouw Kuiper die door de salon ijsbeerde. Heen langs de koffietafel en terug langs de schouw. Dan even stilstaan voor het raam dat uitkeek op de Wijnstraat en hup daar ging ze weer, langs de koffietafel terug. Met de stofdoek in haar hand deed Gerda alsof ze druk bezig was in de achterkamer, maar ondertussen hield ze haar mevrouw in de salon scherp in de gaten. Mevrouw leek wel een beetje kierewiet, dacht Gerda. Kijk haar nu marcheren, het kleed slijt gewoon van al die kilometers en ze loopt met haar hoofd naar beneden alsof ze dubbeltjes zoekt. Gerda vermoedde dat juffrouw Kuiper van slag was door wat er op de Merwekade was gebeurd. Het was een drukte van jewelste in de binnenstad met veel politie en allerlei volk op de been. Nou ja, het was natuurlijk ook niet niks. Een moord in Dordrecht en zo vlakbij, het leek wel wildwest.
De stem van juffrouw Kuiper knalde plotseling door de achterkamer. 'Gerda, ben je nu nog niet klaar? Vooruit, schiet eens op. Ik ga zelf wel even naar de bakker.'
Met haar hand tegen haar keel, de stofdoek er tussenin geklemd, hijgde Gerda nog na. Mensenkinderen, is me dat schrikken. Die juffrouw Kuiper had er wel vaker een handje van haar de stuipen op het lijf te jagen. Op stille schoenen kon ze ineens in de slaapkamer staan, waar Gerda zingend de bedden luchtte. Als ze zich dan omdraaide, schrok ze zich wild van het zure gezicht van mevrouw. En wat zijn dat voor fratsen om naar de bakker te gaan? Ze hadden toch helemaal niets nodig van de bakker?
Juffrouw Kuiper had die ochtend vroeg over het moorddrama gehoord. Willem Verschoor had het haar in geuren en kleuren verteld en sindsdien had ze geen rust meer. Ze zat altijd in een gemakkelijke leunstoel voor het raam en genoot van de levendigheid in de Wijnstraat, waar niets ontsnapte aan haar nieuwsgierige blik. Maar de drukte die er nu in de straat heerste, maakte haar zenuwachtig. Moord was andere koek, daar viel niet mee te spotten. Ze stapte de bakkerswinkel in waar het drukker was dan normaal.
'Een mens is nou eenmaal niet te doorgronden', zei de bakkersvrouw terwijl ze zes eclairs in een zakje schoof voor het dienstmeisje van de notaris. Ondertussen probeerde ze zoveel mogelijk klanten bij het gesprek te betrekken. 'Goeiemorgen juffrouw Kuiper, ik zie u hier nooit op dit uur van de dag. Het is me toch wat, heeft u het ook gehoord van die juffrouw De Jong? Ze zeggen dat het moord is. Nu ik het zo zeg geloof ik niet dat ik het woord moord ooit eerder heb uitgesproken. Het is gewoon verschrikkelijk allemaal. Anders nog iets, Dinah? Ik schrijf het op in het boekje, hoor. Groeten aan meneer de notaris.'
De bakker, die op het plaatsje achter de bakkerij een poosje had staan praten met Willem Verschoor, kwam met een blik vol spritsen vanuit de bakkerij de winkel in. 'Goedemorgen dames, wie had gedacht dat we in Dordt ineens wereldnieuws zouden worden? Het staat vanavond vast in de krant. Mensenkinderen, het lijkt hier wel Amerika. Wat jij, juffrouw Kuiper? Je hebt het ook vast al gehoord, die Alida is om zeep geholpen met een broodmes zo groot als… als…'
'Niet gaan overdrijven, bakker,' waarschuwde juffrouw Kuiper bits.
'Dat zei ik ook al tegen die grote fantast Willem Verschoor,' lachte kokkie Clara Maas, die luxe bolletjes kwam halen voor de lunch. 'Laten we nou niet doorschieten met z'n allen.'
Juffrouw Kuiper knikte minzaam naar Clara. 'Zo mag ik het horen, overdrijven is ook een vak.'
De bakker, die juist sappig wilde uitweiden over zijn gesprek van zo-even met Willem Verschoor, zweeg verschrikt.
Juffrouw Kuiper had een beetje spijt van haar bezoek aan de bakker. Van roddel werd ze niet veel wijzer. Met een zakje sprits stapte ze de winkel uit. Het was enorm druk in de Wijnstraat, veel drukker dan anders. Het leek wel of alle dienstmeisjes kleedjes moesten kloppen, links en rechts werd ze gepasseerd door voetgangers en het geluid van ratelende karren weerklonk tegen de hoge huizen. Juffrouw Kuiper besloot met een kleine omweg naar huis te wandelen, en even later liep ze op de Kuipershaven waar juist een grote auto tot stilstand kwam. Ze hield haar pas in en zag een oudere heer uit de wagen stappen, gevolgd door een puisterige jongeman. Ook agent Blaauw van Politiepost 3 naast de Groothoofdspoort aan de waterzijde, stapte met een gewichtig gezicht uit de auto. De voordeur van het grote burgemeestershuis ging open en huishoudster Sientje verscheen in de deuropening, nerveus in haar handen wrijvend. Toen de oudere heer bij de deuropening was, zei ze: 'Komt u verder, commissaris.'
Aha, de politie gaat in vol ornaat de burgemeester op de hoogte brengen, dacht juffrouw Kuiper. Voordat hij naar binnen stapte keek de commissaris de straat in en een fractie van een seconde kruiste zijn blik die van juffrouw Kuiper. Wel wel, dacht commissaris Van der Velden toen hij de vrouw zag met het onnozele zakje van de bakker in haar hand. Dat is vast het nieuwsgierige aagje van de binnenstad. Iedere stad of dorp heeft zo iemand. Binnenkort maar eens een praatje met haar maken.
In het huis van juffrouw Kuiper wilde Gerda alvast beginnen met de voorbereidingen voor de lunch, maar het leek wel of werkelijk alles tegenzat vandaag. Voor de derde keer deed ze alle keukenladen open. Waar was nou toch het broodmes?
Volgende week deel 3