George Ivan Morrison (Belfast, 1945) heeft een indrukwekkend muzikaal oeuvre op zijn naam staan. En het groeit nog steeds. Meeslepend of verrassend is wat er bij komt al een tijdje niet meer. Het klinkt degelijk, maar ook redelijk bezadigd. Maar goed, de man is bijna tachtig. Het alternatief is dat je op die leeftijd nog staat te springen en zingt dat je nog steeds geen satisfaction krijgt.
Astral Weeks
Mijn eerste kennismaking met Van Morrison was Astral Weeks, een album uit 1968. Na zijn onstuimige rhythm and bluesjaren met Them (G.l.o.r.i.a!) en de eerste soloplaat met daarop zijn grootste hit Brown Eyed Girl was dit andere koek. Een intense luisterervaring waar je voor in de stemming moet zijn. Maar dan is het ook weergaloos mooi. Net zoiets als Pet Sounds van The Beach Boys. Maar dat komt in een ander verhaaltje.
De plaat erna, Moondance (1970), is een betere ‘instapplaat’ in de wereld van Van The Man. En dan gewoon doorwandelen. Langs al het prachtigs in zijn swingende, eigenzinnige seventies. En daarna via zijn mystieke fase in de eighties langs Keltische roots, skiffle, blues, rock ‘n roll en altijd weer jazz.
Beyond Words
Zijn nieuwste plaat is instrumentaal. Alhoewel, Beyond Words begint met dadaïstisch gebrabbel. Op een bedje van kenmerkend Van-geluid. Het album bevat materiaal uit vier decennia en geeft daardoor ook een inkijkje in alle muzikale paden die hij bewandeld heeft. Je hoort hoe bedreven hij is op saxofoon. Het nadeel is dat hij niet tegelijkertijd kan zingen. Want die stem, dat blijft toch het onmiskenbare en onderscheidende wapen van grote, norse mijnheer Morrison. Daarom nu weer gauw terug naar Veedon Fleece. Of No Guru…Heerlijk.