'Jij zal toch wel beter weten waar hij is dan ik'

Clara

Wat vooraf ging

De moord op de 27-jarige Alida de Jong is nog niet opgelost. Het houdt de bewoners en winkeliers in de binnenstad van Dordrecht volop bezig, vooral nu blijkt dat de vrouw om het leven is gekomen met een broodmes uit het huis van juffrouw Kuiper.

Het is half zes als de eerste vogels beginnen te fluiten en er voorzichtig een streepje daglicht zichtbaar wordt aan de horizon. Vanuit haar bed ziet Sientje hoe de natuur zich opmaakt voor een nieuwe dag. Er zijn momenten geweest dat ze hiervan genoot, maar dat lijkt lang geleden. Naast haar is het bed leeg. Barend moet al een tijd geleden zijn opgestaan, waarschijnlijk toen zij toch even was ingedut. Ze weet dat hij om half zes nog niet uit bed hoeft, ze stonden altijd om zes uur op, maar ook dat lijkt lang geleden. Tegenwoordig is Barend vaak al helemaal aangekleed en akelig vrolijk. Op andere momenten wil hij zich weleens knorrend omdraaien en brommen dat Sientje maar alleen voor het ontbijt van de burgemeester moet zorgen. Dat is onzin, want daar zorgt kokkie Clara voor.
Sientje is blij dat ze de overgordijnen heeft opengelaten toen ze naar bed ging zodat ze naar de bomen kan kijken die nog als donkere schaduwen heen en weer wiegen.

Het is meer dan veertig jaar geleden dat Sientje met Barend trouwde. Zij was een jong meisje uit een vrolijk gezin met vier dochters en hij was een knappe jongen uit een gezin met nog een broer en een zus. De familie van Barend ging niet zo hecht en onbezorgd met elkaar om zoals bij haar. Ze dacht weleens dat die vrolijke boel bij haar thuis een grote rol speelde bij het kiezen van haar als zijn verloofde. Het zou kunnen dat het hem toen meer ging om het gezellige familieleven dan om haar persoonlijk.
Barend kon zich altijd moeilijk uiten. In hun verkeringstijd vond zij dat interessant, een jongen die niet veel sprak en zwijgzaam was als het over zielenroerselen ging. Ze kon er haar vrouwelijke intuïtie helemaal op loslaten en ze deed zoals zoveel meisjes en vrouwen doen: ze begon hem te bewerken tot hij net zo vrolijk zou worden als zij. In hun huwelijk ging ze daar mee door en had niet in de gaten dat ze Barend op die manier smoorde. De dominee had eens tegen haar gezegd dat een echtgenoot een echtgenoot was en geen machine waar je aan kon sleutelen totdat het werkte zoals zij dat wilde. Ze zou er alleen maar het tegenovergestelde mee bereiken.
Ze had gezwegen want ze wist dat de dominee gelijk had. Barend zocht al in zijn verkeringstijd vriendschap en liefde bij andere vrouwen, waarschijnlijk om onder de beklemming van zijn eigen verloofde uit te komen. Vanwege de schande wilde ze niet met hem breken, maar toen ze ontdekte dat Barend er regelmatig een verhouding op na hield, waren zowel de liefde als haar humeur bekoeld en bestond hun huwelijk enkel op papier en voor de buitenwereld. Tot haar verdriet bleven ze kinderloos.

Ze kwamen samen te werken als dienstbode en huisknecht in het grote burgemeestershuis. Sientje was daar altijd dankbaar voor geweest, zo kon ze een oogje houden op het doen en laten van haar man. Maar je de klok rond bezighouden met controleren viel niet mee. Barend had ook recht op zijn wandelingetje buiten, zijn koorrepetities, de mannenvereniging. Allemaal zaken waarvoor zij hem de deur uit moest laten gaan en hij hoogstwaarschijnlijk opgelucht bij een andere vrouw aan de keukentafel ging zitten. Ze wist het zeker want ze was van mening dat vrouwen zoiets voelen.
Vanmorgen ook weer. Wie weet hoe lang hij al op was, misschien was hij al uren weg? Er gleed een traan langs haar wang. Ze wilde weten met wie hij nu weer aan de rol was. Vanavond zou ze wakker blijven en hem achterna gaan als hij weg ging. Zuchtend stond ze op.

Toen Sientje de keukendeur van het burgemeestershuis binnenkwam, was Clara al bezig met de thee. Iedereen in het huis kreeg iedere morgen een dienblad met een kopje thee en een beschuitje met boter op de kamer. Het ontbijt werd beneden in de eetkamer geserveerd. De altijd vrolijke Clara smeerde samen met Sientje de beschuiten. 'Vooruit Sien, als jij meehelpt met thee in de potjes doen, dan help ik jou straks met bedden afhalen als ik het soepvlees heb opgezet. Dan doen we daarna koffie, wat jij?'
Sientje zei niets. Ze had verwacht Barend beneden aan te treffen maar hij was er kennelijk nog niet.
'Is Barend al binnen geweest?'
Clara lachte. 'Nou moe, moet je dat aan mij vragen? De dag is net begonnen, jij zal toch wel beter weten waar hij is dan ik.'
Toen Clara en Sientje na verloop van tijd uit de eetkamer kwamen, zat Barend aan de keukentafel schoenen te poetsen. 'Ha, daar is de grote afwezige,' lachte Clara. 'Je eigen vrouw wist vanmorgen vroeg al niet waar je was.'
Barend lachte mee. 'Ik was heel vroeg wakker en heb eerst het schuurtje een beetje opgeruimd. Ik snap niet waar jullie je zo druk over maken.'
Sientje keek naar haar man en vertrouwde het niet.

Die avond dwong Sientje zichzelf wakker te blijven. Zo rond middernacht stond Barend zachtjes op. Sientje voelde het bed bewegen, haar hart bonkte in haar keel. Ze hoorde hoe haar man zich aankleedde en zachtjes de slaapkamer verliet. Beverig kleedde ze zich ook aan.
Even later liep ze op straat en volgde Barend op veilige afstand. Hij liep de Kuipershaven af, de Schrijversstraat door en de Wijnstraat in. Ze hield haar pas in om hem niet te dicht te naderen. Hij liep langs het huis van juffrouw Kuiper, langs het huis van de dominee, de bakkerswinkel, de winkel van Willem Verschoor. Zijn stappen werden doelbewuster en sneller. Sientje moest er flink de pas in zetten om hem bij te houden.
Aan de rand van de stad zag ze de Beneden Merwede glinsteren in het maanlicht. Op de Merwekade stopte Barend, keek even uit over de rivier en keek toen om zich heen. Sientje drukte zich tegen de huizen aan waar het aardedonker was. Verdriet golfde omhoog en benam haar bijna de adem. Dat je zoveel jaren getrouwd bent en nu achter je man aan moet jagen om te kijken wat hij uitspookt is toch wel verschrikkelijk, dacht ze. In het holst van de nacht nog wel. Als ik dat vroeger had geweten, was ik nooit met hem getrouwd. Dan had mijn leven er vandaag de dag er vast heel anders uit gezien; fijner en onbezorgder. Ze zag dat er nog iemand over de Merwekade liep en haar hart bonsde in haar keel.
In het donker kon Sientje niet zien wie er vanaf de andere kant op Barend af kwam lopen. Ze zag enkel het silhouet van een vrouw. De panden van de japon van de vrouw waaiden een beetje op in de wind. Sientje zag dat de ontmoeting allerhartelijkst was. Barend gaf haar een kus op iedere wang en samen gingen ze op een bankje zitten. Het vrijersbankje. Het bankje waarnaast Alida de Jong vermoord was gevonden.

Volgende week deel 7