'Als commissaris weet ik inmiddels dat een moordenaar er zelden uitziet als een moordenaar'
Wat vooraf ging
Aan de Dordtse Merwekade is Alida de Jong om het leven gebracht met een broodmes uit het huis van juffrouw Kuiper. Later worden ook Clara en Barend uit het burgemeestershuis dood gevonden op hetzelfde bankje langs het drierivierenpunt.
Sien roerde in een pan. Ze was van mening dat niets is zo troostrijk was als roeren in een pan soep. Vorige week vond de begrafenis plaats van haar man Barend. Veertig jaar waren ze getrouwd. De dag erna was de begrafenis van Clara maar daar was ze niet naar toe gegaan, ze had die dag verstard aan de keukentafel gezeten.
'Sientje, kun je even mee naar boven komen?'
Leo, het hulpje van commissaris Van der Velden, stak zijn hoofd om de hoek van de keukendeur. Ze zuchtte en schoof de pan van het vuur.
Even later zat ze op de sofa in de salon, waar ze zich erg ongemakkelijk voelde tussen al die deftigheid.
Van der Velden stond wijdbeens voor het raam. 'Sien, ik weet dat het geen gemakkelijke tijd voor je is, maar ik hoop dat je mij ook begrijpt. Met de moord op drie mensen heb ik de zware taak een groot probleem op te lossen,' sprak hij gewichtig. 'Kun je me nog eens vertellen waarom Barend die nacht met Clara op het vrijersbankje zat?'
Sien was het ineens zat. Al die vragen, bijna iedere dag werd ze ermee bestookt. Ze wilde zwijgen over de misstappen van haar man. Kennelijk kon hij die misstappen heel dicht bij huis maken, zo is wel gebleken. Had hij dan helemaal niet aan haar gedacht toen hij een scheve schaats reed met Clara? Nota bene de kokkin uit het burgemeestershuis waar zij en Barend al jaren werkten. Clara, die ze iedere dag zagen, die als familie was. En nu bleek dat de relatie tussen Barend en Clara dus onder haar neus had plaatsgevonden. Hoewel ze wist dat haar man weleens dingen deed die het daglicht niet konden verdragen, had ze geen idee dat het zo dicht bij huis, gewoon aan de Kuipershaven, afspeelde.
Ze keek op naar de commissaris. 'Nee, ik kan het u niet vertellen.' Haar stem schoot hoog uit. 'Hij ging wel vaker uit bed 's nachts. Ik heb altijd geweten dat Barend niet deugde, maar wist het pas zeker toen ik het met mijn eigen ogen zag.' Ze zweeg abrupt.
Van der Velden rechtte zijn rug. 'Met je eigen ogen zag, Sien? Heb jij hen samen gezien die nacht? Je hebt altijd beweerd dat je Barend niet uit bed hoorde gaan?'
Sien keek naar de bloemmotieven in het tapijt. Het werd tijd om de commissaris wat uit te leggen, ze kon niet anders.
Juffrouw Kuiper uit de Wijnstraat keek met een vies gezicht naar de jonge Leo. 'Ik hoef dat broodmes nooit meer terug.' Ze rilde bij het idee om een boterhammetje te snijden met een moordwapen. En nu kwam die Leo ook nog vertellen dat ze als getuige moest verschijnen op het politiebureau om officieel te verklaren dat dit mes haar eigendom was en uit haar keuken was verdwenen. 'Zeg maar tegen je baas dat ik geen tijd heb om naar het bureau te komen voor al die fratsen. Het mes wil ik niet meer in huis hebben. Als jullie er klaar mee dan gooi je het maar weg voor mijn part. En als je me nu wilt excuseren jongeman, ik heb nog meer te doen.'
Bibberig dronk Sientje haar kopje thee. De burgemeester en zijn vrouw waren aan weerszijden van haar op de sofa komen zitten en praatten zachtjes op haar in. Ze kon gerust vertellen wat ze allemaal had gedaan, de burgemeester en zijn vrouw zouden niet minder om haar geven. Trillend bracht Sien het kopje naar haar lippen. Ze had zojuist verteld over de nacht dat ze achter haar man aan was gegaan en dat ze had gezien hoe hij op het bankje aan de Merwekade plaatsnam naast een vrouw. Ze kon niet zien wie die vrouw was. Met ogen vol tranen was ze naar huis teruggelopen. Ze was niet dichter bij het bankje gegaan om te kijken wie die vrouw was. Ze durfde niet, bang om door hen ontdekt te worden. Eenmaal thuis wilde ze nadenken over hoe ze haar man hiermee zou confronteren. Ze had dus absoluut niet gezien wat zich daarna aan de Merwekade had afgespeeld. De commissaris keek haar aan. In zijn hart geloofde hij haar.
Na een klopje op de deur kwam Leo binnen en fluisterde zijn ervaringen van het gesprek met juffrouw Kuiper uit de Wijnstraat in het oor van zijn baas. Van der Velden was verbaasd over de afstandelijkheid die juffrouw Kuiper aan den dag legde.
Hij kreeg een idee en keerde zich naar de sofa. 'Sien, denk eens na. Was juffrouw Kuiper op de begrafenis van jouw man?'
Sien keek verwonderd op van haar thee. Ook de burgemeester en zijn vrouw waren verbaasd over de vraag. Sien wist precies wie er wel en niet waren geweest op de begrafenis van Barend. Ze wist wie was komen condoleren, wie er in de kerk waren geweest en wie na de dienst in de stoet achter haar aan was gelopen naar de begraafplaats.
'Nee, juffrouw Kuiper was niet op de begrafenis. Waarom vraagt u…', maar de commissaris was de salon al uitgelopen.
Met grote stappen beende Van der Velden naar de Wijnstraat. De voordeur van juffrouw Kuiper stond open, want het daghitje zeemde de ramen. Van der Velden duwde de deur verder open en liep direct naar de salon, waar het leek of juffrouw Kuiper al op hem wachtte. Ze zat in een stoel en haar handen rustten in haar schoot. Ze keek op naar Van der Velden. 'Ik wist dat dit slechts een kwestie was van tijd. Mijn koffer staat al gepakt, zal ik direct met u meegaan?'
Burgemeester jonkheer von Franckenvoort hief zijn cognacglas naar commissaris Van der Velden. 'We zullen je missen, mijn beste.'
Mevrouw glimlachte, ze wist dat haar man dit niet meende. Beiden waren blij dat deze afschuwelijke geschiedenis achter de rug was en de rust in de stad eindelijk terugkeerde.
De woning van juffrouw Kuiper zou spoedig in de verkoop komen. Andere mensen zouden in het huis gaan wonen en alles zou weer worden als voorheen, maar zonder Barend en Clara in het huis. Ze zuchtte.
Van der Velden nam een flinke slok van zijn cognac. 'Die juffrouw Kuiper heeft zich verraden door zich zo te distantiëren van de zaak, maar haar grootste fout maakte ze door van de begrafenis weg te blijven. Iedereen uit de naaste omgeving was er en zij niet.'
Mevrouw von Franckenvoort rilde. 'Wie had gedacht dat die keurige juffrouw Kuiper tot drie keer toe in staat was tot deze gruwelijke daden?'
'Och mevrouw, als commissaris weet ik inmiddels dat een moordenaar er zelden uitziet als een moordenaar. Anders waren alle zaken snel opgelost. Deze vrouw handelde uit frustratie. Ze begon in het diepste geheim een relatie met Barend en ze dacht dat zij de enige was. Toen ze vermoedde dat Barend er misschien nog een paar vriendinnetjes op na hield, ging ze zijn gangen na. Eigenlijk op dezelfde manier als Sientje deed. Het bleek dat Barend veel op stap ging en andere vrouwen opzocht. Dat deed hij zelfs vaak nadat hij bij juffrouw Kuiper was geweest. Tegen zijn eigen vrouw zei Barend dat hij bijvoorbeeld een extra repetitie had van het koor of een vergadering. In werkelijkheid sloop hij dan door de achterdeur het huis van juffrouw Kuiper binnen. Al die extra avonden weg wekte ook bij zijn eigen vrouw argwaan. En zonder dat Barend het wist werd hij 's nachts vaak gevolgd door zowel zijn vrouw als zijn minnares juffrouw Kuiper.'
Juffrouw Kuiper ontdekte dat Barend, behalve met haar, afspraakjes had met nóg een vriendin. Op warme zomernachten zat hij op het bankje aan de Merwekade met een vrouw. Juffrouw Kuiper kon in het donker niet zien wie het was. Toen ze met haar keukenmes Alida de Jong neerstak, dacht ze dat ze haar concurrente uit de weg had geruimd. Maar hij bleef eropuit gaan en zo ontdekte juffrouw Kuiper dat er meerdere vriendinnen waren. Toen ze weer toesloeg was het goed raak. Ze wachtte bewust op beide slachtoffers. Barend moest er ook aan geloven want juffrouw Kuiper voelde zich diep gekrenkt.
'Dat was het einde van een dramatische affaire,' besloot commissaris Van der Velden.
De burgemeester schudde zijn hoofd. 'Een vreselijke zaak, mijn beste. Geef me je glas, dan schenk ik nog wat cognac bij. Ik denk dat Sientje straks de koffie klaar heeft.'
(Slot)