Kees-Jan Visser Poëzie
Kees-Jan Visser schrijft gedichten. Over het leven, de liefde en andere zaken. Hij deelt ze op het podium met het Dordtse gezelschap Dichtbeideklank, op Instagram en met de gasten van Caty’s.
Muggen
muggen kunnen
er niets aan doen
dat ze muggen zijn
sterker nog
ook het zoemen
bij het vliegen
doen ze onbewust
de zucht naar bloed
is hun opvoedkundig
meegegeven
en vasthoudendheid
dat leer ik
mijn kinderen ook
en gaan voor waar
je goed in bent
aan de haal
met je talent
een huis bouwen
een beeldhouwwerk
een lief lied zingen
de kar ergens trekken
het vuil ophalen
opvoedwerk
het zuigen van bloed
het is allemaal goed


Dicht
dichten is
met woorden
waarde geven
aan het leven
dichten is
zinnen verzetten
tot er een
waarheid staat
dichten is
zoeken naar een kern
die wellicht toch
niet bestaat
dichten is
strooien met letters
tot het ergens
over gaat
Lief
liefde tilt op
liefde draait om
liefde is lief
liefde maakt dom
liefde komt en
liefde die gaat
liefde verbleekt
liefde wordt haat
liefde is groot
liefde doet goed
love is all
liefde moet


Waterval
het water valt
zonder onderbreking
bij Coo naar benee
razend en schuimend
alsof er haast bij is
op weg naar de zee
vanaf de kant
bezie ik Plopsaland
kindjes met rugzak
die er genieten
met kinderlijk gemak
achtbaan en frieten
maar verder gaat
het haastige water
ons blaadjesbootje
zie ik even later
verdwijnen uit het zicht
Plopsaland gaat dicht
nog even staan
bezinnen verder gaan
als water zonder
duidelijk doel
maar onbevangen op
kinderlijk gevoel
Ondersteboven
als ik op mijn kop ga staan
mijn ogen open doe
is links rechts spontaan
hoofd barst van het bloed
zij bewandelt het plafond
als argeloze alpiniste
en de was op het balkon
het gras op het gazon
ze waaien vrolijk door
alsof ik de boel niet net
op zijn kop heb gezet
ontnuchterend is het


Voortvarend
gevels aan de Merwekade
schuiven traag voorbij
een baas en hond
kijken blaffend rond
er rennen renners
op gifgroene schoenen
bootjes klampen
zich vast aan kades
op het bankje zitten
mensen te zoenen
achter geruite ramen
schuiven gordijnen dicht
na het grote hoofd
nog even zicht op Dordt
dan dooft dat licht
oevers worden wazig
dokken worden dozen
bomen staan als
schimmige spoken
mij gade te slaan
ze zien mij gaan
met het verleden
in mijn kielzog
schuim dat langzaam
oplost in de rivier
glimlachend drijf ik
weg van hier
Gedachtegolf
in golven van rosé
duikt een gedachte op
slaat even en terloops
de spijker op zijn kop
zwemt zomaar voorbij
hoef alleen te grijpen
kom maar hier
jij bent voor mij en
vang je in woorden
zet je vast
op een lege lijn
je zou zomaar morgen
vergeten of nooit
gedacht kunnen zijn


Liedje
dit liedje is
vanmorgen geschreven
tussen koffie fruit
en wentelteven
het kwam synchroon
met alles tot leven
rolde moeiteloos
de wijze wereld in
twee slokken koffie
misschien ook vier
er floot nog een vogel
en het stond op papier
Slootjespringen
dit slootje
kan ik hebben
het is niet
breder dan ik
lang ben
de koeien
kijken toe
met onbezorgde
of verbaasde
blik en ik
zet vastberaden
af vanaf
het gras
zie dan in
de lucht pas
mijn zelfoverschatting
druipend van
slootwater
het kroos op
mijn lippen
zeg ik de
koeien gedag
dag koeien
dag!
