Weekendkokkie met Caty

Smul even mee:

 


 

13 april 2019

Weekendkokkie op de deftige toer: Stoofperentaart

Uit het Dordrechts Winterboek krijg je van ons dit eenvoudige recept voor een heerlijke stoofperentaart. Gratis en voor niks krijg je er nog het recept bij voor ouderwetse stoofpeertjes van Gieser Wildeman-peren (lekker bij draadjesvlees!). Ieder recept in het Dordrechts Winterboek begint met een dialoog in Dordts dialect.

Stoofpeerties

'Èndelluk ies wâ kok lus.'
'Je lus altèd allus'
'Stoofpeerties kon me moeder altèd so lekke make.'
'En ikke nie?'
'Jèh ben te ongeduldig. Sachies motte se gân en dan mè draadjiesvlees en un krumig aârdappeltie.'
'As jie ut so goed weet, maâk ie se toch lekkur selluf? Of je moeder.'
'Nee, want jij mot ut nog lere.'

Koning onder de stoofperen is de Gieser Wildeman. Dit stoofperenras geeft de lekkerste peertjes als je ze lang op heel laag vuur laat stoven, wel zo'n twee uur. Met het lange stoven verdwijnt de ietwat korrelige structuur van het vruchtvlees en worden de peertjes fluweelzacht.
Overigens zijn de peertjes op deze foto geen Gieser Wildeman, maar een ander perenras. Even snel het simpele ouderwetse recept van Gieser Wildemannen?

1 kilo Gieser Wildeman stoofpeerjes
3 dl goedkope vruchtenwijn
1 kaneelstokje
60 gram kristalsuiker
2 theelepels aardappelmeel 

Snijd de stoofpeertjes in vieren, schil ze met een scherp mesje en ontdoe ze van de klokhuisjes. Doe de stoofpeertjes in een hele wijde pan en schenk de wijn erop. Vul met koud water aan tot de peertjes net onder staan. Doe de kristalsuiker erbij en het kaneelstokje, roer even door met een houten lepel en breng de peertjes (niet meer roeren) aan de kook. Zet nu het vuur helemaal laag en laat de peertjes met het deksel op de pan een uur lang zo zacht mogelijk stoven. Gebruik eventueel een sudderplaatje onder de pan. Haal na een uur het kaneelstokje eruit en laat de peertjes nog eens een uur lang stoven.

Haal met een zeef de peertjes voorzichtig uit het vocht en hou ze even apart in een kom of op een bord. Zet nu het vuur hoog en breng het vocht aan de kook. Laat het voor de helft inkoken. Doe ondertussen het aardappelmeel in een kommetje en leng aan met een scheutje water tot een glad papje van karnemelkdikte. Draai het vuur helemaal laag en laat een klein beetje van het aardappelmeel in de saus lopen. Roer goed met een houten lepel. Heeft het vocht de dikte van een dunne saus? Dan is het goed. Anders nog een klein beetje erbij. Draai het vuur nu helemaal uit en doe de peertjes voorzichtig terug in de saus. Je kunt ze lauw of koud eten, maar stuif er voor het opdienen altijd nog een beetje kaneel over.

Het recept voor de taart begint onder de foto.

Stoofpeertiestaart met straatsiejatella en speculaasjies

(oftewel: Stoofpeertjestaart met stracciatella en speculaasjes)

Voor deze taart hebben we stoofpeertjes gebruikt uit het koelvak van de supermarkt. Die zijn lekker stevig.

Dit heb je nodig

175 gram roomboter
250 gram amandelspeculaasjes
2 potten stracciatella kwark à 450 gram
2 bakjes stoofpeertjes a 400 gram met sap uit het koelvak van de supermarkt (of 2 potten à 350 gram op lichte siroop)
150 gram kristalsuiker
12 gelatineblaadjes Dr. Oetker
40-50 gram geschaafde amandelen

en verder een springvorm van ø 24 (hoge taart) of ø 26 (grotere lage taart)

Daar gaan we dan:

Verwarm de oven voor op 175 °C.
Spreid de amandelen uit over een bakblik of platte ovenschaal. Rooster de amandelen in de oven en schep ze steeds om tot ze goudgeel zijn. Laat de amandelen afkoelen op een bord. De oven kan uit, die heb je niet meer nodig.

Doe amandelspeculaasjes in de keukenmachine en maal ze helemaal fijn. Smelt de roomboter in een steelpannetje. Haal van het vuur. Doop een keukenkwast in de vloeibare boter en beboter de springvorm.
Voeg de speculaaskruimels bij de boter en roer alles goed door met een houten lepel.
Verdeel de boter-kruimelmassa over de bodem van de springvorm. Druk met de bolle kant van een lepel alles goed aan. Zet de vorm in de koelkast.

Laat de stoofpeertjes uitlekken, maar vang het sap op. Week 12 gelatineblaadjes in een ruime schaal met koud water. Doe de inhoud van de twee potten kwark in een andere ruime kom. Snij vier stoofpeertjes overlangs door en hou ze apart als decoratie op de taart. Snij de overige stoofpeertjes in blokjes en doe ze bij de kwark.

Doe het opgevangen sap in een pannetje en meng er de kristalsuiker door. Breng aan de kook. Knijp de gelatineblaadjes uit en los ze op in het suikersap. Draai daarna direct het vuur uit. Roer even goed en laat het een minuutje staan.
Doe het gelatinemengsel bij de kwark en roer nu alles voorzichtig met een grote houten lepel door elkaar tot de kwark al het vocht heeft opgenomen en de kwark verder glad is.
Haal de springvorm uit de koelkast en giet het kwarkmengel op de speculaasjesbodem.
Laat de taart in de koelkast ongeveer drie uur opstijven. Decoreer voor gebruik de taart met de achtergebleven stoofperenplakjes en het amandelschaafsel. En klaar is het Weekend-kokkie!

Zin om nog eens iets lekkers te maken? Bekijk hier het Dordrechts Winterboek. Het leukste boek vol Dordtse verhalen van en voor Dordtenaren en andere lezers, doe-tips, foto's, illustraties en heerlijke recepten. Het boek zit in een superleuk voorraadblik met die prachtige tekeningen van Dordrecht door Jan Hensema. Je leest er hier meer over.